Trainen zonder een doel te hebben, ik kan het niet. Ik had me bedacht dat trainen om gezond te
blijven ook een doel kan zijn maar dat is zo weinig inspirerend dat dit doel na
één dag vervangen diende te worden.
Nu ging m’n Spartathlon verzorger Hans plots trainen en
afvallen. Hij had zich ingeschreven voor de Rutbeektriatlon en dat leek me wel
een aardig ‘korte termijn doel’ om aan te gaan werken. En wellicht zelfs als
opstap naar het echte werk: de hele triatlon. En dus moest er naast hardlopen ook
gezwommen en gefietst worden. En dus moest er hard gefietst en lang gezwommen
worden (hard zwemmen is weer een andere dimensie).
Keihard fietsen. Met benen die vollopen, hijgend als een
paard, zere poten, zere rug. Altijd wind tegen. Het is me niet eerder zo
opgevallen dat je op de fiets altijd wind tegen hebt. En na de training de
fiets poetsen. Want triatleten zijn zuinig op hun spulletjes en willen er
gelikt uitzien.
Lang zwemmen. Eerst nog in het zwembad maar al snel in
buitenwater. Dankzij Freddy met een mooi rubber pak aan zodat alleen voeten en
handen ijskoud worden. Eerst naar de overkant en vervolgens naar een andere
overkant en dan naar het strandje en zo de hele plas over. Techniek oefenen,
ademhaling oefenen, techniek blijven uitvoeren ook als de armen als lood naar
de bodem zakken. Rechtdoor zwemmen, iets wat me nog de meeste moeite kost.
Het is best leuk. De meer ervaren fietsers en triatleten
voorzien me gul van materiaal en advies. Ze nemen me op sleeptouw, geven
complimenten en grijnzen als ik ook een keer op kop ga rijden. Mijn lichaam is
gul met extra porties spierpijn. Vooral de schouders en bovenbenen laten zich
voelen. Ik sta piepend en krakend op: wat een gezondheid.
Ondertussen probeer ik ook weer wat loopsnelheid op te
bouwen. Na maanden het accent op duurvermogen gelegd te hebben voelen de
tempo’s op de baan zoals harde tempo’s op de baan moeten voelen: alles behalve
comfortabel.
Menig avondje lag ik uitgeteld in mijn bed. Is dit leuk? Ja,
eigenlijk is dit best leuk. Is dit het leukste? Nee, eigenlijk is dit niet het
leukste.
En heel zachtjes gaat er een deurtje een heel klein beetje
open staan. Een deur die eigenlijk voor
goed was afgesloten en op slot zat. Het was klaar, het was goed zo, het was
over en uit. Iemand heeft de sleutel omgedraaid en die deur toch weer op een piepklein kiertje gezet.
Ha, kijk, zie! Zeg nooit nooit. Waarom het me iets kan schelen wat een ander doet, en in dit geval nog wel een ander die ik helemaal niet ken, geen idee, maar dit bericht doet me deugd. Laat maar lekker een poosje op een kiertje staan, je ziet vanzelf wel of ie toch weer dichtvalt of verder openpiept.
BeantwoordenVerwijderen