zondag 27 oktober 2013

i AMsterdam


Vorige week liep ik in Amsterdam. Eigenlijk alleen maar om mijn clubgenoten en familie aan te moedigen tijdens hun deelname aan de marathon.
Ik heb me  verbaasd.
Wat een ongelofelijke mensenmassa. Het begon al op zaterdag waar we in de sporthal het startnummer moesten ophalen. Deelnemers van over de gehele wereld komen naar Amsterdam om daar 42,2 km hard te lopen.  Op zondag krioelen al die lopers rondom het olympisch stadion. Allemaal mensen die zich (mag ik hopen) goed hebben voorbereid op de af te leggen afstand. Allemaal hebben ze langere duurlopen gedaan, hun trainingen zorgvuldig opgebouwd, aan hun snelheid gewerkt. Allemaal zien ze er perfect uit. Mooi loopsetje, nog mooiere loopschoenen en opvallend veel lopers met het nieuwste van het nieuwste op het gebied van loophorloges, GPS of andere electronica.  Overal waar ik kijk, hardlopers,  marathonlopers.  Al een tijdje loop ik afstanden die wat verder zijn dan de marathon. Niet zelden loop ik tijdens een training de marathon-afstand. Niet zelden loop ik enkele dagen achter elkaar (minimaal) de marathon afstand. Soms lopen enkele clubgenoten een stukje mee, soms loopt een collega ultraloper de gehele training mee. Vaak loop ik alleen.  En hier in Amsterdam lopen er zo ontzettend veel.  Allemaal bezig met hun uitdaging: de marathon.                                                                                                                                                                  Als het startschot gevallen is zie ik een groot gedeelte van deze massa voorbij lopen.  Op het 1 km punt, na 9 km, na 25 km en na 41 km zie ik ze weer.  Zodra ‘mijn’ ‘laatste’ loper langsgekomen is ga ik in een dribbelpasje naar het volgende punt om ze weer aan te kunnen moedigen. Ondertussen zie ik lopers, héél  veel  lopers.
Allemaal bezig aan hun marathon.  
Een loopster valt me op.  Ze is klein.  Ze loopt licht.  Armen een beetje hoog maar met een mooie, snelle en korte pas.   Ze heeft geen begeleider, geen haas, geen compagnon. Voor de vele mannen en vrouwen uit.  Alleen in de massa. Ook na 41 km loopt ze nog alleen. Ze schuift voorbij. Soepeltjes, lichtvoetig en snel.  Ik ken haar niet, weet niet wie het is. In de massa van Amsterdam valt ze op en naast mijn verbazing over de enorme deelname verbaas ik me dat iemand nog zo makkelijk  kan lopen. Als een hinde, een hert, een antilope. Tik, tik, tik en weg is ze.
Een week later blader ik door het foto-album van Bjorn Paree.   Clubgenoot Detmar staat er mooi op. En loopster 1398 staat er mooi op, Nicola Duncam.  Eindtijd 2.36.44
                                                                                                                                                                       

Geen opmerkingen:

Een reactie posten